"The central dilemma in journalism is that you don't know what you don't know"
Bob Woodward
"Rock journalism is... people who can't write, interviewing people who can't talk, in order to provide articles for people who can't read." Eén van de vele provocerende uitspraken van wijlen Frank Zappa. Waar ik mij — op een paar uitzonderingen na — in kan vinden, overigens. En toch... heb ik mezelf ooit bezondigd aan het schrijven van recensies. Meer bepaald: filmrecensies. Toen het Filmfestival van Antwerpen nog gewoon doorging in het Filmhuis in de Lange Brilstraat, vlakbij de Stadswaag, zag ik er tot zeventig films op zestien dagen tijd. Achteraf bekeken is dat waanzin, want je weet op de duur niet meer wat je gezien hebt, wat je ervan vond en wat je moet onthouden. Ik heb zelfs een tijdje een filmclub gerund, Movies (ja, lang nagedacht over de naam, dan toch maar een onderzoeksbureau ingeschakeld), in een vervallen zaaltje boven de 1.000 Appeltjes in Antwerpen. De betere film, wat niet garant stond voor "betere inkomsten".
De passie voor film is nooit weggeëbd. Zoals dat gebruikelijk was, heb ik ook ooit een persoonlijke Top 10 opgesteld. Voor wat het waard is (en in een volgorde die wel 's durft te wisselen)...
Als ik naar bovenstaande lijst kijk - goed beseffend dat zo'n Top 10 a) strikt persoonlijk is, en b) gewoon weer het zoveelste lijstje - valt toch op dat "humanisme" de grootste gemene deler is. En vooral: de mens in constant gevecht met zijn omgeving.
Charles Chaplin, Stanley Kubrick en Orson Welles stonden bekend als bevlogen, geëngageerde artiesten, die er in hun privé-leven een zootje van maakten en zich naar verluidt meestal onhebbelijk gedroegen tegenover wie hen lief had. Blijkbaar slaagden ze er alleen in om hun diepste zieleroerselen te vertalen naar het Grote Publiek, niet naar hun naasten. Chaplin gaf in de meeste van zijn films uitdrukking aan zijn (meestal subtiel verpakte) maatschappijkritiek. "The Goldrush" is een meedogenloze aanklacht tegen hebzucht en opportunisme, in "Modern Times" (1936!) steekt hij de draak met de ontmenselijking van de werkomgeving, in "The Great Dictator" wordt de figuur van de dictator (Adolf Hitler) voorgesteld als een waanzinnige potentaat (subtiel was het niet, waarheidsgetrouw ongetwijfeld wel). Zelfs in zijn meer persoonlijke films, zoals "Limelight", zit een boodschap.
Er staan geen recente films in mijn lijstje. "Apocalypse Now" dateert inmiddels alweer van 1979. Ik hou nochtans ook van moderne cinema (films als de Bourne-trilogie, bijvoorbeeld), maar ik zie nog zelden films die het tijdelijke genot overstijgen. Te weinig humanisme aan de oorsprong, allicht? Er staan ook geen echte komedies in de lijst. Toch moet ik schuddebuiken bij de Marx Brothers, Monty Python, de jongere Woody Allen, en vele anderen.