Frank Van Laeken

"The central dilemma in journalism is that you don't know what you don't know"

Bob Woodward


on the road again


. Reizentaat voor mij niet gelijk aan op het strand gaan liggen. Daar zijn twee redenen voor: 1) ik heb een bleke huid en verbrand onmiddellijk, 2) ik vind het onwaarschijnlijk vervelend. Zelfs op vakantie wil ik mij voortdurend laten prikkelen. Tenzij ik me met een boek in een makkelijke stoel nestel, maar lezen is natuurlijk ook zinnenprikkelend...


Ik hou van de intensiteit van grote steden. Ik laat me opzuigen door de drukte en de mensenmassa, omdat ik besef dat ik er enkele dagen later aan kan ontsnappen. Mijn favoriete stad is New York, maar ik denk niet dat ik er heel lang zou kunnen wonen. De intensiteit is er enorm. Wonen op het platteland en geregeld een city trip organiseren is dan ook een hele fijne combinatie.


Je hebt mensen die onvoorbereid op reis vertrekken. Ik niet. Zeker als je naar een grote wereldstad gaat, wil ik vooraf een goed beeld hebben van wat er te zien en te beleven is. De reis wordt vervolgens gepland rond enkele "onmisbare" zaken: dat kunnen musea zijn, evenementen, een toprestaurant, een concert, enz. Met zo'n goede voorbereiding kun je ter plekke beginnen improviseren en je agenda concreet invullen. Als ik dit neerschrijf, bedenk ik plots: ik zou een goeie reisgids zijn. Huur mij in!


Onvergetelijke bestemmingen:


  • Toscane
  • New York
  • Barcelona
  • Venetië
  • Bilbao
  • Hacienda Benazuza (Sanlucar la Mayor, Sevilla — helaas gesloten...)
  • San Francisco
  • Rome
  • Londen
  • Parijs
  • Como-meer


italia, italia


Ons eerste bezoek aan New York, in 1997, werd voorafgegaan door weken van ongerustheid. Zou het er wel veilig zijn? Welke wijken moet je absoluut mijden (en liefst met een grote cirkel eromheen)? De eerste dagen maakten we onze verplaatsingen voornamelijk per (dure) taxi. Tot we in de praktijk merkten dat het ontzettend meeviel. En toen pas zijn we beginnen genieten van de stad. Vooroordelen zijn nergens goed voor.


Hetzelfde overkwam ons met Italië. Onze eerste reis naar Toscane was in 1996. Ook daar hadden we ons vooraf behoorlijk wat zorgen gemaakt over de veiligheid, zowel op de weg, als wandelend op straat (toeristen worden voortdurend lastig gevallen of beroofd, dat soort semi-racistisch gedachtengoed). In Italië rondrijden is inderdaad speciaal, met dien verstande dat het roekeloos lijkende gedrag minder erge gevolgen heeft dan het doorsnee rijgedrag van de Belg. Italianen kunnen namelijk beter auto rijden. Toen ik voor het eerst Firenze binnen reed, schrok ik me een hoedje. Drie rijvakken, vier auto's naast elkaar, dat leek om problemen vragen. Er waren twee mogelijkheden: ofwel liet ik me bedeesd in een hoekje drummen, ofwel ging ik ook slingerend rijden, luidkeels "Stronzo!" roepend en heftige gebaren makend. Ik heb voor het tweede gekozen en het was nog leuk ook.


Intussen rij ik in Firenze rond zonder kaart. Dat geeft een zalig gevoel: je geen toerist moeten voelen in een vreemde omgeving. Gaandeweg zijn we onze reizen bijna uitsluitend op Italië beginnen oriënteren. Eén week Toscane (waarin we ook twee à drie keer naar Firenze kunnen gaan), één week een andere streek leren kennen. Dat is nog niet tegengevallen. Al wordt het wel tijd dat we werk gaan maken van die Italiaanse lessen, want met alleen maar "Buon giorno", "Prego", "Grazie" en "Aveta una tavola per due, per favore?" blijf je uiterst beperkt in je conversaties.